Deze site is een initiatief van VNO-NCW en MKB-Nederland

Gerrit Hellema: “We moeten in actie komen. En wel direct”

In het Friese Hallum produceert bakkerij Hellema al vijf generaties koekjes. Directeur Gerrit Hellema heeft de ambitie het internationaal opererende bedrijf gezond, duurzaam en klaar voor de zesde generatie in te richten. Onder meer door anders met energie om te gaan, samen met andere ondernemers én het dorp Hallum. “Nederland vraagt nú investeringen van ondernemers, dan moet de politiek ook nú meebewegen.” Bekijk de video of lees het volledige interview.

Wat is Hellema voor bedrijf?

“Ik ben de vijfde generatie bakker in de familie. We bakken hier in Hallum al sinds 1869 onze koekjes en zijn sterk verweven met het dorp. We exporteren onze koekjes, bars and bites rechtstreeks naar ongeveer negentig landen.”

Wat zijn momenteel jullie belangrijkste uitdagingen op het gebied van energie?

“Energie is voor een bakkerij essentieel. We hebben acht ovens van honderd meter lang die we met gas stoken en we produceren hier 24/7. Sinds de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne is de gasprijs enorm gestegen. Daarnaast moesten de gasvelden van Groningen afgesloten worden en hebben we de uitdaging om als samenleving afscheid te nemen van fossiele brandstoffen. Een hoge prijs, onzekerheid van levering en een maatschappelijke opdracht dwingen ons dus te kijken naar alternatieven. En nog belangrijker: onze kinderen. Die vroegen: ‘Papa, wat ga jij aan het klimaat doen?’ Ik moet daar een antwoord op hebben.”

“Daarnaast is het niet alleen een eis van de overheid maar ook van onze klanten: wij moeten transitieplannen kunnen laten zien om te mogen blijven ondernemen of te leveren. De meest logische oplossing voor onze problemen leek om over te stappen op elektriciteit. Gelukkig konden we onze aansluiting uitbreiden, ook al een investering van bijna een miljoen euro overigens, maar we zagen dat het voor de toekomst te weinig zou zijn. Weliswaar liggen op ons nieuwe pakhuis twaalfhonderd zonnepanelen en willen we er elk jaar duizend bijleggen: ’s nachts schijnt de zon niet. En wij draaien 24/7.”

Wat zijn jullie belangrijkste obstakels in de energietransitie? 

“Ik lig wakker van leveringszekerheid van elektriciteit. Het is voor ons sowieso een ingewikkelde switch, want wij zijn een internationaal bedrijf en concurreren met bijvoorbeeld Duitse collega’s. Daar is gas ‘groen’ terwijl dat in Nederland niet zo wordt gezien. Dat ongelijke speelveld maakt het ingewikkeld over te schakelen naar elektriciteit zonder onze concurrentiepositie te ondermijnen. Toch geloof ik in de transitie. Net als mijn kinderen vragen mijn klanten mij namelijk om een visie op de toekomst en MVO. We hebben daarom onze eerste hybride oven aangekocht die zowel op gas als elektriciteit draait.”

Welke kosten komen hierbij kijken?

“Ik heb in totaal acht ovens staan. Als ik die allemaal wil vervangen kost dat twaalf miljoen, terwijl die ovens nog prima werken. Die kapitaalvernietiging zie ik als onderdeel van onze opdracht. Het probleem is nu dat het energienet onze plannen niet aankan. Dat is de reden dat we zelf aan de slag zijn gegaan op zoek naar oplossingen. In november 2021 begonnen we met plannen en schakelden we energieadviesbureau Ekwadraat in om ons te ondersteunen. Zij hielpen ons met het plan om onze eigen energiebeheerder te worden en de energiehub op het bedrijventerrein smart te maken op het gebied van informatiedeling en real-time inzicht in elkaars verbruik. Dat project ging al snel verder dan de bedrijven op het industrieterrein: we ontwikkelden een plan voor ondernemers én inwoners.”

Hoe werkt het in praktijk om de energietransitie met het bedrijventerrein op te pakken?

“We hebben onder andere drie bakkerijen, een transportbedrijf en een metaalbedrijf op het industrieterrein. Vijf grote internationale bedrijven met allemaal een fikse energiebehoefte. Dan kun je elkaar als ondernemers en inwoners beconcurreren om energie, óf je kunt het samen oppakken. Uiteindelijk willen wij met het industrieterrein én met het dorp Hallum op een energiering zitten waar wij allemaal energie kunnen leveren en afnemen in goed overleg. De energiehub levert elektriciteit, waardoor het dorp warmtepompen kan plaatsen, waarmee bespaard wordt op verbruik. De mogelijkheden zijn legio als we het samen doen.”

Wat is het eerste wat je nu nodig hebt om de volgende stap te zetten?

“De volgende stap voor de energiehub is een daadkrachtige overheid. De gemeente en provincie hebben positief bijgedragen, maar nu moeten ze knopen doorhakken want we zijn al laat. Het probleem is dat de politiek een informatieachterstand heeft en een horizon van vier jaar: namelijk de volgende verkiezingen. Dan komt er misschien weer een nieuwe politicus die zich eerst helemaal in moet lezen. Ondernemers zijn in dit dossier verder dan de politiek, hebben beter door wat er moet gebeuren en voelen de urgentie.”

Wat heb je nodig van de politiek?

“Snelheid. Zelfs als we onze zorgen duidelijk weten te maken, moet er eerst nog politiek worden bedreven, want geld dat naar netcongestie gaat, gaat niet naar andere zaken. Ik begrijp de overheid wel, maar wij kúnnen niet langer wachten. Het is niet van deze tijd daar zo lang over te vergaderen en alle procedures te doorlopen. Nederland vraagt nú investeringen van ondernemers, dan moet de politiek ook nú mee in het verlenen van de vergunningen voor bijvoorbeeld transformatorhuisjes of windmolens, zonnepanelen en batterijen die wij willen plaatsen.”

Wat is de rol van de netbeheerder?

“Liander is vanaf het begin betrokken geweest bij onze plannen en heeft meegedacht in het technische gedeelte, maar hun capaciteit is beperkt. Gelukkig zijn ze al wel begonnen met het aanleggen van de energie-infrastructuur. Die is nu eigenlijk nog een soort landweggetje. Liander werkt er hard aan om dat landweggetje in ieder geval in een provinciale weg te veranderen. Dat is een volgende stap richting de energie-snelweg die we in de toekomst nodig hebben. Eind 2027 is de eerste fase klaar. Dat is voor een ondernemer een lang traject, maar we zijn in ieder geval blij dat er actie is.”

Wat adviseer je ondernemers die hier nog niet mee bezig zijn?

“Het kernwoord is: zelfredzaamheid. Je moet niet wachten op anderen of vertrouwen op hoe het ooit ging. Dat is even wennen omdat we gewend zijn dat het licht altijd aangaat als we de schakelaar omzetten, maar die tijd is geweest. Het is een maatschappelijke uitdaging, daar moeten we zelf en in gezamenlijkheid mee aan de slag. Denk niet dat het in een jaar klaar is. Het is een kwestie van lange adem en fikse investeringen. Wij moeten als ondernemers veel kleine stapjes zetten, waar we gewend zijn in een paar weken een beslissing te nemen. Wij moeten dus iets geduldiger zijn en de politiek moet iets meer doorpakken. Als we dan allemaal gas geven, kunnen ondernemers, inwoners, netbeheerders én politiek er beter uitkomen. Dit kan een win-win-win-win verhaal worden.”


Samen met de inwoners in een energiering. Hoe doe je dat?

Wat de case van Hallum uniek maakt, is de samenwerking tussen de inwoners van het dorp met de ondernemers op het industrieterrein. Hoe richt je dit gezamenlijk in zodat iedereen profiteert? Gerrit Hellema: “De samenwerking met het dorp lijkt misschien lastig, omdat wij bijvoorbeeld de boodschap brengen: houd een beetje rekening met onze bedrijfsvoering als je thuis je auto aan de laadpaal zet. Doe dat op een moment dat de panelen stroom opwekken als het even kan. Je grijpt daarmee in de routine van mensen in. Maar in Hallum doen we veel samen met het dorp. Wij hebben een gezond dorp nodig en het dorp heeft een gezonde industrie nodig.”

De ondernemers zijn verbonden op 1 aansluiting. Ik noem dat een energiering. Als je op een moment meer stroom nodig hebt dan je afgesproken hebt met Liander, wordt dat opgevangen doordat de andere bedrijven andere piekmomenten in hun stroomafname hebben. Het dorp kan ook op die ring worden aangesloten, maar zo ver zijn we pas over een aantal jaar. Inwoners en bedrijven dragen er dan aan bij om energie op te wekken met zonnepanelen windmolens voor direct eigen gebruik en tegen een lagere kostprijs. Op deze manier is er voldoende stroom, ook voor warmtepompen en kan iedereen zelf z’n eigen stroom opwekken zonder dat het leidt tot netcongestie. Zo profiteert iedereen.”


Lees alles over netcongestie

Lees alle inspirerende ondernemersverhalen

Gerrit Hellema: “We moeten in actie komen. En wel direct”