Heb jij al nagedacht over je pensioen? Ook als zelfstandige wil je genoeg inkomen voor later opbouwen. Een AOW krijgt iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar daaromheen zijn er ook andere mogelijkheden om meer pensioen op te bouwen. Vooral sinds de nieuwe pensioenwet, die 1 juli 2023 van kracht ging. Maar wat houdt dit precies in? Daarvoor ben je hier op de juiste plek!
Ga snel naar:
- Pensioenopbouw voor zelfstandigen: zo zit het in elkaar
- Wat betekent de nieuwe pensioenwet voor zelfstandigen?
- Waarom is pensioen opbouwen als zelfstandige belangrijk?
- Zo kun je pensioen opbouwen als zelfstandige
- Welke optie kies je?
- Bereken je jaarruimte
- Kies de juiste aanbieders voor je pensioen
- Hoeveel moet je als zelfstandige opzijzetten voor je pensioen?
Pensioenopbouw voor zelfstandigen: zo zit het in elkaar
Het opbouwen van pensioen als zzp’er of zelfstandige met personeel kun je verdelen in drie lagen. Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit deze drie lagen of pijlers.
Pijler 1
Iedereen die de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, heeft recht op AOW. Dit is het basispensioen dat je van de overheid ontvangt en kun je ook wel zien als de fundering van je pensioenopbouw. De huidige AOW-leeftijd is 67 jaar. Maar ga je pas over 40 jaar met pensioen? Dan is de AOW-leeftijd waarschijnlijk 69 of 70 jaar. Dit wordt pas 5 jaar van tevoren bekend gemaakt. Je berekent je AOW-leeftijd op de website van Svb.nl.
Pijler 2
Heb je eerder in loondienst gewerkt? Dan kan het zijn dat je al pensioen hebt opgebouwd via je eerdere werkgever(s). Dit is al een aanvullend pensioen boven op je AOW. Op mijnpensioenoverzicht.nl kun je controleren of dit bedrag inclusief AOW voldoende is om van te leven als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt.
Pijler 3
Als de AOW en pensioen dat je hebt opgebouwd in pijler 2 niet voldoende zijn, is het verstandig om meer inkomen voor later op te bouwen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor pensioensparen of pensioenbeleggen en hier het bedrag binnen je jaarruimte voor gebruiken. De jaarruimte is het bedrag dat je per kalenderjaar belastingvriendelijk mag sparen of beleggen.
Wat betekent de nieuwe pensioenwet voor zelfstandigen?
De nieuwe Pensioenwet (Wet toekomst pensioenen of Wtp) is sinds 1 juli 2023 van kracht. Dit betekent dat er nieuwe regels zijn ingesteld die het mogelijk maken om makkelijker extra pensioen op te bouwen en deze ook beter aan te laten sluiten op jouw loopbaan.
Een van de doelstellingen van de nieuwe pensioenwet is om zzp’ers / zelfstandigen te stimuleren om meer pensioen op te bouwen.
- Er is meer fiscale ruimte voor pensioenopbouw in de derde pijler, dus om zelf pensioen op te bouwen. De jaarruimte is gestegen van 13,3 % naar 30 %. Dat is meer dan een verdubbeling!
- Er zijn meer mogelijkheden voor het voortzetten van pensioenregelingen door zelfstandigen die eerder bij een pensioenfonds aangesloten waren.
- Pensioenuitvoerders krijgen meer vrijheid om pensioenregelingen in de tweede pijler open te stellen voor vrijwillige deelname door zelfstandigen.
Waarom is pensioen opbouwen als zelfstandige belangrijk?
Elke inwoner van Nederland heeft recht op AOW als hij of zij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Maar dit bedrag is vaak niet of net aan voldoende om rond te kunnen komen. Daarom kun je aanvullend pensioen opbouwen.
Dit is natuurlijk niet verplicht. Maar wel verstandig. Als je nu hard werkt als zzp’er / zelfstandige, wil je niet dat je nauwelijks een inkomen hebt als je eenmaal gestopt bent. Als je werknemer bent, wordt dit in veel gevallen automatisch geregeld via je werkgever.
Maar als zelfstandige moet je hier zelf voor zorgen. Toch blijkt uit verschillende onderzoeken dat niet veel zelfstandigen sparen of (pensioen)beleggen voor later. Het voelt misschien te ver weg of misschien zelfs ‘zonde’ om geld opzij te zetten voor over 30 of 40 jaar. Maar hoe eerder je begint met het opbouwen van je pensioen, hoe meer profijt je er uiteindelijk van hebt.
Zo kun je pensioen opbouwen als zelfstandige
1. Lijfrenteproducten
Er bestaan verschillende lijfrenteproducten waarmee je op een belastingvriendelijke manier extra pensioen kunt opbouwen: lijfrentespaarrekening, lijfrentebeleggingsrekening, lijfrenteverzekering.
- Lijfrentespaarrekening
Je zet geld op een rekening bij de bank en spaart dit tegen een vaste of variabele rente. Het geld wordt dus niet belegd, wat bij beleggen wel het geval is. Tijdens de opbouwfase stort je regelmatig geld op de rekening. Op de pensioendatum wordt het gespaarde bedrag omgezet in periodieke uitkeringen die dienen als aanvulling op je pensioeninkomen.
- Lijfrentebeleggingsrekening
Een lijfrentebeleggingsrekening is vergelijkbaar met een lijfrentespaarrekening, maar het verschil is dat je geld wordt belegd in plaats van gespaard. Het geld op deze rekening wordt belegd in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of beleggingsfondsen. Dit kan hogere rendementen opleveren, maar brengt ook meer risico met zich mee.
- Lijfrenteverzekering
Een lijfrenteverzekering is een verzekeringsproduct waarbij je periodiek of eenmalig premie betaalt aan een verzekeringsmaatschappij om later een vaste uitkering te ontvangen. Op de pensioendatum begint de verzekeraar met het uitkeren van een periodieke lijfrente (bijvoorbeeld maandelijks of jaarlijks). Dit kan levenslang zijn of voor een bepaalde periode. Deze uitkeringen zijn meestal gegarandeerd, wat betekent dat je een vast bedrag krijgt uitgekeerd, ongeacht de marktomstandigheden.
Jaarruimte
De hoogte van het bedrag dat je belastingvriendelijk mag sparen of beleggen hangt af van je jaarruimte. Dit is 30% van je inkomen wat je mag sparen (over jouw inkomen boven € 17.545).
Periodieke uitbetaling
Bij alle lijfrenteproducten bouw je een vermogen op waarmee je vanaf je AOW-leeftijd een uitkering aankoopt. Deze uitkering wordt periodiek uitbetaald, bijvoorbeeld over 5 jaar, 20 jaar of levenslang. Je kunt het bedrag dus niet in één keer laten uitbetalen.
Pas beschikbaar na je AOW-leeftijd
Vanaf het moment van uitbetalen betaal je pas belasting over het opgebouwde bedrag. Omdat je inkomen dan waarschijnlijk lager is dan nu (je werkt dan immers niet meer) is de hoeveelheid belasting die je betaalt minder dan als je het nu zou moeten betalen. Omdat de belastingdienst door het belastingvoordeel ‘meebetaalt’ aan jouw pensioen, kun je het geld niet eerder dan je AOW-leeftijd opnemen. Bijvoorbeeld als je even minder inkomen hebt.
2. Sparen
Naast sparen met belastingvoordeel, kun je natuurlijk ook ‘gewoon’ sparen. Je zet dan geld opzij op een spaarrekening. Het voordeel is dat je dan altijd bij je geld kunt. Het nadeel is dat je vanaf een bepaald bedrag vermogensrendementsheffing betaalt. Ook levert sparen op de lange termijn waarschijnlijk veel minder op dan als je het geld zou beleggen. Spaarrentes zijn vaak niet hoog en door inflatie wordt je geld minder waard. Geld sparen is altijd verstandig, maar als je heel bewust pensioen wilt opbouwen levert een lijfrenteproduct meer op.
3. Beleggen
Je kunt ook zelf beleggen voor je pensioen. Je belegt je geld dan niet bij een pensioenbank, maar doet dit zelf of begeleid. Het voordeel is dat je op de lange termijn een hoger rendement krijgt en je geld dus meer waard wordt dan als je het enkel zou sparen. Je kunt op elk moment bij je geld en hebt hier niet pas toegang toe na je AOW-leeftijd, zoals dat bij lijfrentebeleggen wel zo is. Het nadeel is dat je dit niet fiscaal voordelig kunt doen, maar vanaf een bepaald bedrag vermogensrendementsheffing betaalt. Ook kent beleggen risico’s en kun je je inleg verliezen. Beleggen biedt geen garantie en het kan zijn dat je geld minder waard wordt.
4. Investeer in je huis
Heb je een koophuis? Dan kun je bijvoorbeeld extra aflossen op je hypotheek. Dit verlaagt je woonlasten als je met pensioen bent. Het kan ook zijn dat je huis hypotheekvrij is als je de pensioenleeftijd hebt bereikt. In dat geval heb je een vermogen achter de hand. Hier kun je wel pas bij als je de woning verkoopt en dan moet je natuurlijk ook vervangende woonruimte financieren. Je kunt dan bijvoorbeeld kleiner gaan wonen.
Welke optie kies je?
Als je pensioen opbouwt met belastingvoordeel kun je niet eerder bij je geld dan je pensioenleeftijd. Dit kan een nadeel zijn, maar ook een voordeel. Het voorkomt bijvoorbeeld dat je het geld opneemt voor een ander doel dan pensioenopbouw.
Veel zelfstandigen kiezen tegenwoordig voor een combinatie van mogelijkheden om pensioen op te bouwen. Dit kan betekenen dat je een gedeelte van je pensioen opbouwt met belastingvoordeel, terwijl je een ander deel zelf spaart of belegt. Op deze manier kun je de voordelen van beide methoden benutten en tegelijkertijd je risico’s spreiden.
Bereken je jaarruimte
Wat is de fiscale jaarruimte?
Als je pensioen wilt opbouwen met belastingvoordeel, is het belangrijk dat je weet wat je fiscale jaarruimte is. Dit is het bedrag dat je kunt aftrekken van je belastbare inkomen bij je belastingaangifte. Je betaalt dan dus nu geen belasting over dit bedrag. Dit doe je wel als het bedrag wordt uitbetaald als je eenmaal met pensioen bent.
Om de jaarruimte te berekenen moet je rekening houden met de AOW-franchise. Dit is het deel van je inkomen waarover je geen pensioen opbouwt, omdat je over dit deel na je pensioenleeftijd AOW ontvangt. Klinkt ingewikkeld, is het niet.
Voor 2024 is de AOW-franchise vastgesteld op € 17.545. En 30% mag je fiscaal voordelig aftrekking.
Stel de winst uit jouw onderneming is € 40.000. Dan mag je over € 22.455 (dus € 40.000 min de AOW-franchise van € 17.545) 30% van nemen. Dat bedrag is je jaarruimte: € 6.736,50. Dit bedrag mag je in een pensioenvoorziening stoppen, zoals een lijfrenteverzekering of een pensioenbeleggingspotje.
Is je inkomen als zelfstandige relatief laag? Dan is een lijfrenteproduct niet per se de juiste optie. Je betaalt nu namelijk niet veel belasting en kunt de pensioenpremie dus niet in z’n geheel aftrekken.
Overleg altijd met een financieel adviseur, zoals je boekhouder, als je aan de slag gaat met je jaarruimte. Meer weten over het regelen van je pensioen? Op de website van de Belastingdienst vind je handige informatie. Hetzelfde geldt voor Wijzeringeldzaken.nl.
Lees meer: Pensioen voor zelfstandigen: pensioenopbouw met belastingvoordeel
Kies de juiste aanbieders voor je pensioen
Er zijn veel verschillende aanbieders waar je je inkomen voor later kunt onderbrengen. Denk aan banken, vermogensbeheerders en verzekeraars. Neem de tijd om een goede aanbieder te kiezen en let daarbij op betrouwbaarheid, duidelijkheid, transparantie en prijs-kwaliteit. Het kan verstandig zijn om een financieel adviseur in te schakelen. Daarbij is het belangrijk dat het product aansluit bij jouw situatie. Want wat heb jij nodig voor een goed inkomen voor later? En hoe wil je dat bereiken? Een financieel adviseur kan je hier goed bij helpen.
Hoeveel moet je als zelfstandige opzijzetten voor je pensioen?
In 2024 is de AOW voor een alleenstaande € 1541,53 bruto per maand en voor mensen die samenwonen € 1047,60 bruto per persoon per maand. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast aan de ontwikkelingen van het minimumloon. Voor de meeste mensen is enkel AOW niet voldoende en is het nodig om extra pensioen op te bouwen.
Of je AOW voldoende is, hangt volledig af van jouw situatie. Als je nu het minimumloon verdient, dat is in 2024 iets meer dan € 2000 per maand, dan ga je er met je AOW niet zoveel op achteruit. Verdien je nu meer dan het minimumloon, wat voor veel zelfstandigen het geval is, dan ga je er wél op achteruit.
Hoeveel je dan extra opzij moet zetten is afhankelijk van jouw persoonlijke situatie. Heb je bijvoorbeeld in pijler twee (bij een vorige werkgever) pensioen opgebouwd? En wat zijn je uitgaven als je met pensioen gaat? Misschien heb je dan geen hypotheek meer en zijn je vaste lasten ook een stuk lager.
In de meeste gevallen geldt: hoe eerder je begint, hoe beter. Als je vanaf je 25ste € 100 per maand spaart tegen 2% rente, dan heb je vanaf je pensioenleeftijd € 400 per maand, 20 jaar lang. Maar begin je pas met sparen vanaf je 55ste? Dan heb je vanaf je pensioenleeftijd slechts € 80 per maand. Je kunt al pensioensparen- of beleggen met een klein bedrag. Maar begin vooral op tijd.
Begin op tijd! Niet later dan rond je 30ste
Herman Kapelle, senior adviseur en hoogleraar
Een gemiddelde medewerker in loondienst werkt ongeveer één dag per week voor zijn pensioen. Hiermee ontvang hij later ongeveer 70% van het gemiddelde inkomen. Wil je dezelfde hoeveelheid pensioen ontvangen als zzp’er, dan moet je behoorlijk wat inleggen per maand. Op basis van een bruto-inkomen van € 50.000 per jaar is dat al € 500 per maand.
Er zijn ook tools waarmee je jouw pensioen kunt berekenen.