Ronald Hut, pensioenadviseur.
- Er komt een nieuwe pensioenwet aan. Wat is in die transitie de rol van de pensioenadviseur?
Door de nieuwe pensioenwet moeten alle pensioenregelingen in Nederland aangepast worden. Pensioenregelingen bij een pensioenfonds en ook verzekerde regelingen. De pensioenadviseur begeleidt de werkgever en de werknemers in dit traject. Bijvoorbeeld met het doorrekenen van de gevolgen bij het gebruik maken van het overgangsrecht (eerbiedigende werking) en van de compensatie als niet voor het overgangsrecht wordt gekozen. Als je die gevolgen weet, kun je een gefundeerde keuze maken. Ook de aanpassing van het nabestaandenpensioen (NP) is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Als werkgever kun je werken met de huidige regeling als uitgangspunt of je kunt met een schone lei beginnen. Daarbij hoef je niet op het fiscaal maximale te gaan zitten om voor iedere werknemer een goede NP-regeling te hebben.
- In je praktijk kom je ook vaak werkgevers tegen die nog geen pensioenregeling hebben. Kun je daar iets meer over vertellen? Hoe pak je dat aan?
We vragen altijd waarom een werkgever wil beginnen met een pensioenregeling. Steeds vaker geven ook jonge medewerkers aan gewoon een pensioenregeling te verwachten. Als de werkgever ons de opdracht geeft om de pensioenregeling op te zetten, starten we een digitale enquête onder werknemers. Daarna volgt het intakegesprek waarin we alle facetten van de pensioenregeling. Dat doen we met een zelf ontwikkeld excelprogramma. Hierin staan berekeningen en tarieven van verzekeraars, waardoor we na afloop van het intakegesprek voor 99% de lasten van de pensioenregeling voor de komende vijf jaar weten. Dan is de inhoud van de pensioentoezegging bekend. Vervolgens maken we in de meeste gevallen een marktvergelijking. Als we weten welke pensioenuitvoerder het beste past bij de onderneming, plannen we een presentatie voor de werknemers.
We begeleiden ook regelmatig werknemers individueel. Bijvoorbeeld bij de eerste keer inloggen op het portaal van de pensioenuitvoerder. Dat laatste is geen overbodige luxe. Er zijn circa vier miljoen mensen die niet voldoende digitaal vaardig zijn om in te loggen op een portaal van bijvoorbeeld een bank of verzekeraar. Tijdens deze individuele gesprekken merken we vaak dat werknemers niet de tijd nemen om beleggingsprofielen rustig te lezen en in te vullen. Wij zorgen voor rust en zien dat er een ander risicoprofiel uit komt.
- Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor werkgevers die starten met een pensioenregeling?
Veruit het belangrijkste aandachtspunt is een goed werkingssfeeronderzoek. Dat betekent dat gekeken wordt of er sprake is van een verplichte pensioenregeling op grond van een cao of een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. We komen werkgevers tegen die stellen dat er geen verplichting is en dat zo’n onderzoek niet nodig is. Ik leg dan uit wat de gevolgen zijn voor de eigenaar of de bestuurder als later toch mocht blijken dat er sprake is van een verplichtstelling. In april dit jaar is er een uitspraak van een rechter geweest. De kosten voor de werkgever zouden uitkomen op circa 30 miljoen. Tja, als daarmee het belang niet duidelijk wordt.
- Vanuit de koepel van financieel adviseurs is ook gepleit voor meer Dienstverlening op Maat (DOM). Kun je daar iets meer over vertellen?
Wat jammer is, is dat de afkorting nogal “DOM” overkomt. Met een DOM adviestraject kijk je per adviestraject welke onderdelen wel en niet relevant zijn. Heeft een werkgever één werknemer in dienst, is er geen intentie om meerdere werknemers aan te nemen en is de premie voor het pensioen een vast percentage? Dan is een doorrekening van ontwikkelingen in het personeelsbestand meestal zinloos. Zo zijn er meer voorbeelden van onderdelen in een adviestraject die niet in elke situatie toegevoegde waarde hebben voor een klant. Deze onderdelen worden vaak gedaan, omdat “het nu eenmaal moet van de wet”. Die wet, de Wet Financieel Toezicht (WFT), is een wet met open normen. Veelal worden deze open normen door advieskantoren dichtgetimmerd, om ervoor te zorgen dat het dossier voldoet aan de WFT. Als je daar DOM mee omgaat, is dat eigenlijk best slim. Vanuit Adfiz hebben we het DOM-advies uitgewerkt.
- Er ligt een stevige ambitie om het aantal werknemers zonder pensioenregeling te halveren komende jaren. Zeker bij kleine ondernemingen komt het vaker voor dat zij geen pensioenregeling hebben. Welke tip wil jij meegeven waardoor het voor werkgevers makkelijker of aantrekkelijker wordt om een pensioenregeling te bieden?
We zien vaak dat werknemers ter compensatie van het gemis aan pensioen een extra bijdrage per maand krijgen. Deze constructie is doorgaans duurder dan een pensioenregeling. Dat scheelt wel 20%! Daar komt bij dat menig werknemer met die bijdrage uiteindelijk niets regelt. En als ze al iets regelen, dan alleen voor de oude dag. Ze regelen niets voor het nabestaandenpensioen. Vraag je dan als werkgever eens af, hoe je op de begrafenis van je werknemer wilt staan. Dat geldt ook voor arbeidsongeschiktheid. Na twee jaar loondoorbetaling stopt de bijdrage aan de oudedagsvoorziening. In een pensioenregeling wordt dan de pensioenopbouw voortgezet door de pensioenuitvoerder. Als je je personeel niet ziet als productiemiddel dat je ‘weggooit’ als het af is, dan regel je toch gewoon een pensioenregeling.