Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit betekent dat we geen broeikasgassen uitstoten óf dat deze uitstoot wordt gecompenseerd. Alhoewel dit klinkt als een mooi streven, blijkt het halen van dit klimaatdoel lastiger dan gedacht. We gebruiken namelijk steeds meer stroom – iets waar ons huidige stroomnet niet op is gebouwd.
De situatie vroeger
Zo’n 50 jaar geleden zag ons energiesysteem er anders uit dan nu. Aardgas was een veelgebruikte energiebron en windmolenparken en zonnepanelen nog een uitzondering. Er werd natuurlijk ook veel stroom opgewekt, maar op een andere manier dan nu: voornamelijk héén (van centrale naar consument of bedrijf) en weinig terug (van consument of bedrijf naar de centrale). Het was dus nog vrij ‘rustig’ op het net.
De situatie nu
Inmiddels zijn de tijden veranderd. We zijn klimaatbewuster en dragen allemaal ons steentje bij aan een duurzamere wereld. Om onze klimaatdoelen te halen, gebruiken we steeds meer stroom in plaats van gas. Ook geven we massaal stroom terug op het net via bijvoorbeeld zonnepanelen of windenergie. Hierdoor ontstaat een groot probleem: ons huidige stroomnet is niet op gebouwd op heen- en teruglevering. Er ontstaat mogelijk netcongestie, oftewel overbelasting op het stroomnet.
Je kunt netcongestie zien als een snelweg in de spits. Verkeer komt van beide kanten en omdat het druk is, kom je vast te staan in de file. Hetzelfde geldt voor netcongestie: er is een toename in vraag en aanbod en dat kan ons net niet aan. Nieuwe bedrijven krijgen geen aansluiting en verduurzaming is geen optie meer. Er staan momenteel meer dan 9.000 bedrijven op de wachtlijst voor een (extra) stroomaansluiting.
Lees ook: De verschillen per regio in kaart
Rol van netbeheerders in netcongestie
Om aan de grote vraag te voldoen, is ‘netverzwaring’ nodig. Dit houdt in dat netbeheerders de huidige infrastructuur verbreden en meer netcapaciteit creëren voor in de toekomst. Deze ontwikkeling kost niet alleen veel geld, maar ook mankracht. En gekwalificeerd technisch personeel is schaars.
Ondanks de uitdagingen hebben netbeheerders inmiddels hun investeringsplannen gepresenteerd, met veel aandacht voor het overbelaste stroomnet. Ze investeren de komende 3 jaar zo’n 8 miljard euro in de aanpak van netcongestie. Het plan is om regio voor regio de problemen op te lossen.
Daarnaast zijn er ook plannen om de vergunningsverlening flink te versnellen. Dit betekent dat netbeheerders sneller vergunningen krijgen om het huidige stroomnet uit te bouwen.
Wat kan ik doen?
Alhoewel het lijkt alsof ondernemers zelf niks kunnen doen aan netcongestie, zijn er zeker oplossingen. Zo kun je flexibeler omgaan met je energiesysteem, waardoor meer capaciteit ontstaat op het net. Gebruik bijvoorbeeld energie buiten de piekuren of sla elektriciteit op met een batterij.
Bevindt jouw bedrijf zich op een bedrijventerrein of in een winkelcentrum? Dan zijn er mogelijkheden om samen te werken. Steeds meer bedrijventerreinen zijn onderdeel van een ‘energy hub’. Dit houdt in dat ondernemers op een bedrijventerrein via één centrale plek hun energievoorziening regelen. Ondernemers kunnen zo onderling hun vraag en aanbod op elkaar afstemmen en soms zelfs energie uitwisselen.
Het voordeel van een energy hub is dat het zo mogelijk blijft voor bedrijven om uit te breiden en te verduurzamen. Daarnaast levert het ook voordelen op voor de regionale netbeheerder. Klanten kunnen namelijk hun ondernemingen blijven uitbreiden en verduurzamen, zonder dat ze extra capaciteit afnemen van het elektriciteitsnet.
Beeld: iStock